Taakmutaties

door te vertalen

2017

2018

2019

2020

2021

Green deal

Ja

0,135

Beëindigen betalingen derden

Ja

0,000

0,875

0,920

0,920

0,920

WMO (met name huishoudelijke hulp

Ja vanaf 2018

0,387

0,556

0,556

0,558

0,568

Maatschappelijke opvang en OGGz

Ja

0,130

0,130

0,130

0,130

0,130

Vrouwenopvang

Ja

0,010

0,039

0,039

0,039

0,039

Sociale acceptatie van LHBT-emancipatiebureau

Ja

0,075

Versterking gemeentelijke aanpak jihadisme

ja

0,923

Verhoogde asielinstroom

Ja

1,569

Impuls klantprofielen

Ja

0,089

Economische zelfstandigheid

Ja

0,040

Gezond in de stad

Ja

0,000

0,479

0,479

0,479

0,479

Armoedebestrijding kinderen

Ja

0,000

0,052

0,052

0,052

0,052

Bed, bad brood

Ja

2,353

decentralisatie AWBZ naar WMO

Ja vanaf 2018

2,500

3,312

3,348

3,547

3,546

decentralisatie jeugdzorg

Ja

3,385

8,539

8,539

8,965

8,980

decentralisatie Participatiewet

ja

3,600

3,270

3,132

2,876

2,693

Mutatie algemene uitkering

15,196

17,252

17,195

17,566

17,407

Door te vertalen

-12,309

-17,252

-17,195

-17,566

-17,407

Mutatie financieel beeld

2,887

0

0

0

0

Bedragen in miljoenen euro's, - is negatief voor het financieel beeld

Green deal
Green Deals zijn afspraken tussen de Rijksoverheid en andere partijen ten behoeve van duurzaamheidsprojecten. Deze afspraken tussen Rijk en gemeenten worden via het gemeentefonds bekostigd. In dit geval betreft het de benodigde middelen ten behoeve van de uitvoering van de uitrol van de Regeling Publiek Toegankelijke Laadinfrastructuur.

Beëindigen betalingen derden ten behoeve van VNG
De gemeenten werken op een aantal punten nauw samen om de uitvoering van publieksdiensten te stroomlijnen en de toegankelijkheid ervan te vergroten. Bijvoorbeeld in het kader van de Digitale Agenda 2020. De financiering van dergelijke gezamenlijke gemeentelijke activiteiten verliep tot en met 2017 door een rechtstreekse uitname uit het Gemeentefonds door de VNG (na goedkeuring ervan door de Algemene Ledenvergadering van de VNG). Met ingang van 2018 wordt de financieringsroute aangepast. De middelen voor de gezamenlijke gemeentelijke activiteiten, in totaal 43,223 miljoen euro exclusief btw (ofwel 2,532 euro per inwoner), worden vanaf dat moment niet meer door de VNG direct uitgenomen uit het Gemeentefonds, maar naar rato van het inwonertal bij alle gemeenten gefactureerd door de VNG, die de gezamenlijke gemeentelijke activiteiten organiseert en uitvoert.
Daartoe heeft de Algemene ledenvergadering van de VNG besloten het Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU) in het leven te roepen. De nettobijdrage van de gemeenten aan het fonds GGU in 2018 is even groot als de totale uitname door de VNG (incl. KING) in 2017. Jaarlijks beslist de VNG over de gezamenlijke gemeentelijke activiteiten in de algemene ledenvergadering. Daarnaast is de governance van de gezamenlijke gemeentelijke uitvoering zodanig aangepast dat de sturing op de uitvoering door gemeenten zelf is versterkt. Op deze manier neemt de grip van de gemeenten op de bestedingen toe.

WMO (met name huishoudelijke hulp)
De extra middelen WMO die bij de meicirculaire 2017 zijn uitgekeerd aan de gemeente ten behoeve van de compensatie voor gestegen lonen en prijzen zijn voor het jaar 2017 niet nodig. Het huidige budget is toereikend. Daarbij komt dat inkoopafspraken voor 2017 al vast staan. Conform bestaand beleid worden deze in het lopend jaar niet opnieuw aangepast voor loon- en prijscompensatie. Vanaf 2018 worden de extra middelen uit bovenstaande tabel wel betrokken bij het subsidie/inkoopkader van de WMO en zullen de inkoopcontracten van de aanbieders hiermee worden geïndexeerd. In 2017 valt er hierdoor 0,387 miljoen euro vrij aan de algemene middelen.

Maatschappelijke opvang en OGGz

Deze middelen zijn benodigd voor de uitvoering van de centrumgemeentetaak Maatschappelijke opvang.

Vrouwenopvang
Deze middelen zijn benodigd voor de uitvoering van de centrumgemeentetaak Vrouwenopvang

Sociale acceptatie van LHBT-emancipatiebureau
Deze middelen zijn beschikbaar gekomen op basis van een goedgekeurd activiteitenplan, ingediend bij OCW. Hier is een uitvoerige G4 lobby aan vooraf gegaan, welke ook is ingezet voor 2018. Deze middelen zijn daarmee ook noodzakelijk om het activiteitenplan uit te voeren.
De middelen worden ingezet voor ‘veilige haven’ (bi culturele LHBT), en voor Connecting Differences en Prisma groep voor het bevorderen van veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT.

Versterking gemeentelijke aanpak jihadisme
De werkzaamheden betreffen geen wettelijke taak, maar met het toekennen van de subsidie door De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zijn wij wel een uitvoerings-verplichting aangegaan. Hierover wordt dan ook gerapporteerd aan de NCTV. Het budget wordt beschikbaar gesteld uit het landelijk ‘Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme’. Met de versterkingsgelden wordt geïnvesteerd in het tegengaan van radicalisering om zodoende een sluitende en integrale aanpak van radicalisering en jihadisme mogelijk te maken.

Verhoogde asielinstroom
De middelen van het bestuursakkoord verhoogde asielinstroom worden toegekend op basis van het aantal daadwerkelijke gehuisveste statushouders in 2016 en 2017. In de meicirculaire 2017 zijn de resterende middelen 2016 toegekend en de middelen over de eerste maanden 2017, in totaal een bedrag van 1,569 miljoen euro. Deze middelen zullen worden ingezet bij de organisatieonderdelen die extra kosten maken als gevolg van de verhoogde instroom statushouders. Niet bestede middelen zullen worden overgeheveld naar 2018 voor de bekostiging van de in 2017 gestarte participatietrajecten.

Impuls klantprofielen
Utrecht, als centrumgemeente, ontvangt deze middelen namens en voor de arbeidsmarktregio. Deze middelen zijn bedoeld om het aantal gemeentelijke klantprofielen op het gewenste niveau te krijgen. Dit draagt bij aan het realiseren van de banenafspraak. Over de besteding van deze middelen worden in de arbeidsmarktregio afspraken gemaakt.

Economische zelfstandigheid
Het betreffen middelen, uitgekeerd aan de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio’s om het programma economische zelfstandigheid uit te voeren. Het programma heeft als doel om de economische zelfstandigheid van vrouwen te vergroten door hen te stimuleren om stappen te zetten richting de arbeidsmarkt. Het programma richt zich op vrouwen die niet economisch zelfstandig zijn. Dit wil zeggen dat zij minder verdienen dan 70% van het netto minimumloon. Utrecht heeft deze middelen als centrumgemeente aangevraagd op verzoek en ten behoeve van de gemeente Zeist.

Gezond in de stad
Via de decentralisatie-uitkering GIDS worden gemeenten met wijken waarin de grootste gezondheidsachterstanden voorkomen tijdelijk financieel ondersteund bij hun lokale aanpak van gezondheidsachterstanden. Het doel van het programma is om gezondheidsachterstanden binnen wijken te verminderen. De opzet van het stimuleringsprogramma is om te ondersteunen bij een samenhangende integrale Gezonde Wijk aanpak van gezondheidsachterstanden op gemeentelijk niveau, die aansluit bij de behoefte binnen de gemeente. Bij een samenhangende integrale aanpak gaat het om het wijkgericht werken aan gezondheid, waarbij gezorgd wordt voor een goed toegankelijk (zorg)aanbod in de wijk, stimuleren van gezond gedrag om het aansluiten bij de leefwereld van bewoners, het zorgen voor een gezonde leefomgeving en het stimuleren dat mensen actief mee kunnen doen aan de maatschappij. Het huidige programma GIDS kent een looptijd tot en met 2017. Het programma wordt verlengd tot en met 2021.

Armoedebestrijding kinderen
Er zijn extra middelen voor kinderen in armoede beschikbaar gesteld. Hieronder ligt convenant ten grondslag. Voor uitvoering van het convenant armoedebeleid zijn de middelen noodzakelijk.

Bed, bad brood
Met de meicirculaire 2017 zijn ook de Bed, bad, brood middelen 2016 toegekend. Dit is de tweede en laatste tegemoetkoming van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor het bieden van bed, bad en broodvoorzieningen door gemeenten. De tegemoetkoming is aangehouden zolang er onderhandeld werd over een akkoord over de lokale Vreemdelingen Voorzieningen. Na het staken van het overleg hierover op 20 november 2016 is ook deze toezegging komen te vervallen. Het bedrag voor Utrecht is 2,353 miljoen euro. Deze middelen willen we in 2017 en 2018 (en mogelijk 2019) inzetten voor de hogere kosten van deze voorzieningen in Utrecht.  

Decentralisatie AWBZ naar WMO

Integratie uitkering Sociaal domein

2017

2018

2019

2020

2021

Gemeentetaak

0,92

1,68

1,68

1,88

1,88

Centrum gemeentetaak

1,58

1,63

1,67

1,67

1,67

Totaal

2,5

3,31

3,35

3,55

3,55

De extra middelen WMO die bij de meicirculaire 2017 zijn uitgekeerd aan de gemeente ten behoeve van de compensatie voor gestegen lonen en prijzen zijn voor het jaar 2017 niet nodig. Het huidige budget is toereikend. Daarbij komt dat inkoopafspraken voor 2017 al vast staan. Conform bestaand beleid worden deze in het lopend jaar niet opnieuw aangepast voor loon- en prijscompensatie. Vanaf 2018 worden de extra middelen uit bovenstaande tabel wel betrokken bij het subsidie/inkoopkader van de WMO en zullen de inkoopcontracten van de aanbieders hiermee worden geïndexeerd. In 2017 valt er daarmee 2,5 miljoen euro vrij aan de algemene middelen.

Decentralisatie jeugdzorg
In de prognose van het tekort voor 2017 dat gemeld is in de Voorjaarsnota, is al rekening gehouden met de ophoging van het budget voor 2017. De ophoging bestaat voornamelijk uit de compensatieregeling en prijscompensatie.
De stijging in 2018 heeft met name betrekking op het historisch verdeeld budget. Voor 2017 waren de cijfers die het Buurtteam had aangeleverd voor zorg aan 18-plussers geheel niet meegenomen voor de budgetbepaling. Voor 2018 is dit wel gedaan wat leidt tot een stijging van het budget ten opzichte van de decembercirculaire van 6,9 miljoen euro. Voor een deel was hier, ook voor 2018, al rekening mee gehouden vanuit de compensatieregeling. Dit valt echter hoger uit dan verwacht. De overige mutaties betreffen ook in 2018 de loon- en prijsbijstellingen, hiermee was rekening gehouden voor 2018.

De verwachting is overigens dat (mede door een wijziging in het Woonplaatsbeginsel) het volledige historisch verdeelde budget overgeheveld wordt naar het objectief verdeelmodel. Omdat we hier minder positief uitkomen, zal de ophoging van het budget in 2018 incidenteel zijn.

Decentralisatie Participatiewet
Deze middelen worden onderverdeeld in twee onderdelen: re-integratie en WSW. Het budget voor de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) stijgt doordat vanaf 2017 de middelen naar de ‘werkgemeente’ van de Wsw-ers gaat. Tot 2017 dienden de kosten nog verrekend te worden met de gemeenten waar de betreffende Wsw-er stond in geschreven. Vanaf 2018 is er een afnemende toename zichtbaar, als gevolg de van verwachtte uitstroom en efficiencykorting. Het budget wordt ingezet voor activering en toeleiding naar werk, bevorderen van uitstroom uit de uitkering en daarmee het tekort op het I-deel zo laag mogelijk te houden