Doel van het grondbeleid
Het krachtenveld dat invloed uitoefent op de ontwikkeling van de stad wordt steeds complexer. Bestaande en toekomstige bewoners willen meer inspraak en ondernemers willen actiever betrokken worden. En natuurlijk hebben ontwikkelaars, beleggers en corporaties hun inbreng. Deze ingewikkelde mix van visies, belangen en competenties vraagt om een goede regisseur van het ontwikkelproces.
De gemeente wil haar sturing versterken, door vanuit een regierol partijen samen te brengen en meer aandacht te geven aan bijzondere ambities die externe partijen niet zelf oppakken.
Deze gewenste rol heeft in combinatie met een aanzienlijke ambitie m.b.t. de voorgenomen bouwopgave in een (markttechnisch) veranderende omgeving geleid tot een herijking van het Grondbeleid. De complexiteit en omvang van de opgave vragen om een lokale overheid die zowel regisserend als uitvoerend kan handelen. Op locatieniveau wordt een afweging gemaakt t.a.v. het in te zetten grondbeleid. Situationele omstandigheden bepalen mede deze keuze.
In de Nota Grondbeleid "Regie op goede gronden" is de vastgestelde algemene beleidslijn: Regie voeren door te faciliteren waar het kan en te acteren waar het moet. De gemeente Utrecht kiest waar mogelijk voor een faciliterende rol en het sluiten van anterieure overeenkomsten om de gewenste regie te kunnen voeren. Dit sluit niet uit dat de gemeente in bepaalde situaties en op specifieke locaties kan overgaan tot het voeren van actief grondbeleid. In de Nota Grondbeleid worden de doelstellingen en uitgangspunten beschreven die de gemeente Utrecht hanteert wanneer gekozen wordt voor een actief grondbeleid. In 2017 is de nota Grondbeleid geactualiseerd.
De inzet van de vormen van grondbeleid en grondbeleidsinstrumenten is gericht op het binnen de gestelde doelen van ruimtelijke ordening en beleidssectoren realiseren van de gewenste verandering van het grondgebruik voor verschillende functies:
- met de gewenste (ruimtelijke) kwaliteit en kwantiteit van het grondgebruik (stedenbouwkundig programma)
- tegen een verantwoorde kosten-kwaliteitverhouding van het grondgebruik
- op de gewenste tijd en plaats
- op een efficiënte wijze
- met een financieel-economisch rendement
Instrumenten grondbeleid.
Het instrumentarium waarvan gebruik gemaakt kan worden bij het uitvoeren van het grondbeleid zijn, naast vrijwillige verwerving, onder meer voorkeursrecht, onteigening, kostenverhaal en erfpacht. Het beschikbare instrumentarium alsmede de bestuurlijke en ambtelijke bevoegdheden t.a.v. de inzet van het instrumentarium staan beschreven in de Nota Grondbeleid en het bijbehorende Verwervings- en taxatieprotocol. Met ingang van februari 2015 is besloten tot het in het vervolg verkopen van grond voor projecten waarin wonen de hoofdfunctie vormt. Met dit besluit is de algemene beleidslijn uit de huidige Nota Grondbeleid aangepast.
Actuele Ontwikkelingen
Rapportage voortgang grondexploitatieprojecten
Het Meerjaren Perspectief Stedelijke Ontwikkeling (MPSO) met daarin de voortgang van de lopende grondexploitaties maakt onderdeel uit van de Voorjaarsnota. Onderdeel van deze rapportages is een vertrouwelijke met gedetailleerde informatie per grondexploitatieproject.
Bij de behandeling van de begroting wordt door middel van de peilstok actuele informatie vertrekt ten aanzien van de lopende grondexploitatieprojecten. Dit gebeurt aan de hand van de belangrijkste indicatoren, zoals de grondprijs, het aantal m2 kantoorruimte, de fasering van de woningmarkt (en eventuele noodzakelijk geachte herprogrammering), de rente en de mogelijke impact van andere ontwikkelingen/politieke keuzes. Naast de actuele informatie over de grondexploitatieprojecten bevat de peilstok ook informatie over de investeringsimpuls RSU en de voortgang van de woningbouwproductie.
De inhoudelijke ontwikkelingen binnen Leidsche Rijn, Stationsgebied en bestaand stedelijk gebied worden in het Programma Stedelijke Ontwikkeling toegelicht